17. De Oldtimerbeurzen
We verkochten gaandeweg ook steeds meer onderdelen op allerlei oldtimerbeurzen. Ik kwam in alle hoeken van het land, met auto en dichte aanhanger, vol met 2CV-onderdelen. Sommige onderdelen waren van tevoren al besteld. En verder bouwde je op elke beurs langzaam maar zeker, een vaste klantenkring op. Die beurswereld was een wereld op zich. In het begin kende je niemand. Al gauw hoorde je bij de club. Het was net een grote familie. Natuurlijk was er onderlinge concurrentie, maar toch ook een bepaald “wij” gevoel.
Zo’n beurs werd meestal gehouden op zaterdag en zondag. Soms ook al op vrijdagavond. Meestal bleef je overnachten in een hotel of vakantiehuisje in de buurt. Soms reisde je heen en weer. Op zaterdagavond was er vaak een borrel voor de standhouders. Altijd gezellig. Er werd veel gelachen om wat iedereen weer had meegemaakt. Maar er werd onderling ook veel ervaring en handel uitgewisseld. Je moest elkaar wat gunnen. Er was een sterk besef dat we met elkaar de beurs tot een succes moesten maken. Er ontstond een vriendschap met een aantal van de vaste standhouders; Zo had je Daniël Feiertag, de Peugeot specialist, met Héléne, zijn vrouw, van oorsprong een Frans stel. Inmiddels woonden zij in Drenthe, maar reisden voortdurend door Frankrijk waar zij een netwerk hadden voor onderdelen voor Peugeot oldtimers als de 203, 403, 404, 504 en de oude Peugeot bussen J5, 7 en 9. Vaak stonden we samen op dezelfde beurzen zoals Autotron in Rosmalen, het MECC in Maastricht, Vehikel in Utrecht.
Zelf stond ik één keer per jaar nog op een speciale Citroën beurs in de oude Veemarkthallen in Utrecht, Citromobile. Maar we stonden ook in Antwerpen, Apeldoorn, Eelde en Zuidlaren. Meestal waren Jeroen Pijlman en zijn vrouw Pamela er ook. Ook Citroënmensen. Meer van de accessoires voor de Traction, DS en zelfs SM. Daarnaast deden ze in ruitenwissers voor alle merken oldtimers. Prachtige mensen. Iedereen kende hen. Op de standhouders-borrel op zaterdagavond waren zij altijd het gezellige middelpunt. Verder had je de Belg Jean, die vooral onderdelen verkocht van nog oudere Franse auto’s uit de jaren ’20 t/m ’40. In het begin stonden er veel merkenspecialisten: Volvo, Fiat, Mercedes, Citroën en Peugeot natuurlijk en vele andere merken. En daarnaast veel handelaren met allerlei accessoires, spiegels, ruitenwissers en complete auto’s maar ook gloeilampen, gereedschap, miniaturen, boeken enz. De beurzen waren niet goedkoop en werden steeds duurder, maar je kon er leuk verdienen.
Toen kwam het internet en dat veranderde alles. Het gemak dient de mens en veel bezoekers werden kijkers en geen kopers meer. Ze hadden geen zin meer om met spullen te slepen hoorde je steeds vaker. “Ik stuur je wel een mailtje als ik wat nodig heb”, werd er dan gezegd. Er kwamen websites, zoals ook deze van de Eendekooi, en hierdoor had je eigenlijk elke dag je eigen beurs, zonder concurrentie. Het is al lang geleden dat ik op een beurs heb gestaan. Het werd te duur en het effect was uitgewerkt. Ik mis de contacten nog wel met de beurscollega’s, de tips die je elkaar gaf, de spullen die je ook van elkaar kocht. Ik mis niet de hectiek van het opbouwen en afbreken van je stand. Wel de gezelligheid van die weekenden. Maar ja, daarvoor stond je er niet. Er zijn grote beurzen geweest, waar ik soms met twee aanhangers naartoe moest. Eerst met onderdelen. De volgende dag met een paar eenden voor de verkoop, maar die tijd is ook weer voorbij.
Daniël leeft al niet meer. Hélène is geloof ik terug naar Frankrijk. Ook de gezondheid van Jeroen en Pamela is een stuk achteruitgegaan. We hebben wel nog steeds contact. Sommige beurzen zullen nog wel doorgaan, maar de merkenspecialisten zal je daar denk ik weinig meer aantreffen.