3. Kamperen met de besteleend
Met een club vrienden trokken we af en toe een weekendje naar de Ardennen. Overnachten kon in de besteleend. Gekookt werd er op een kampvuur of vuurkorf. Want kamperen kon je toen nog in de vrije natuur.
Daarna volgde een reis door de Ardêche, Dordogne en de Auvergne met dezelfde beige besteleend: DF 35-56, met natuurlijk weer wat gescoorde oude onderdelen van een lokale sloperij. Het zal niemand verbazen dat het ook onze ervaring was dat de eend steeds beter ging rijden, de motor steeds soepeler draaide en de trekkracht ook toenam tegen de bergen. Duidelijker bewijs kan je niet hebben dat de eend eigenlijk nooit gemaakt is voor ons eigen vlakke landje. Hier wordt hij alleen maar lui. Ook was het landschap m.n. de Franse dorpen en steden toen zoveel mooier en sfeervoller dan nu.
Er was nog geen “Autoroute Soleil” en je ging overal dwars door de dorpen en steden, waar de winkels en wegrestaurants nog allemaal in gebruik waren. Ook was het bij elk garagebedrijf weer een verrassing, wat voor oude Citroëns, maar ook andere oude Franse auto’s er achterop het terrein stonden. Vergeet tenslotte de vele Brocante winkels niet. Genoeg gezwijmeld. Mijn vingers jeukten natuurlijk om hier eens alleen op eendenjacht te gaan. En dat was ook precies de bedoeling.