Modelhistorie Dyane / Acadiane
1964
We schrijven 1964 als men zich op het Parijse hoofdkwartier van Citroën aan de Quai de Javel toch wat zorgen begint te maken hoe lang het verkoopsucces van de 2cv zich nog zal voortzetten met een ontwerp dat stamt uit de jaren ’40 en in oorsprong zelfs nog uit de jaren ’30. Citroën’s aartsrivaal, het iets verderop langs de Seine in Boulogne-Billancourt gelegen Renault, heeft sinds 1961 veel succes met haar populaire R4. Daarmee vergeleken schoot de 2cv toch flink tekort: verouderde techniek, langzaam en lang niet zo praktisch als de R4 met zijn grote achterklep. Citroën verkocht inmiddels weliswaar ook de Ami 6, maar dat is toch een flink andere auto dan de R4 en voor een ander koperspubliek. Kortom, de directie wilde snel een echte concurrent voor de R4.
Vanwege grote drukte bij Citroën’s eigen ontwerpafdeling wordt aan het net ingelijfde Panhard de opdracht gegeven voor de eerste designfase van wat uiteindelijk de Dyane zou worden. Dit verklaart ook de naam van de wagen: Panhard heeft allerlei varianten laten vastleggen op Dyna, haar bekendste modelnaam. Voorwaarde bij het ontwerp is dat de Dyane qua proporties op dezelfde productielijn als de 2cv kan worden vervaardigd, wat onder andere leidde tot de holle vorm van de deuren. Om de kosten zo laag mogelijk te houden moest de Dyane veel onderdelen gaan delen met de 2cv en Ami.
1967
In 1967 is de Dyane klaar om in productie genomen te worden. De 2cv wordt op dat moment al bijna 20 jaar gebouwd en hoewel Citroën in de Dyane eigenlijk zijn opvolger ziet worden beide A-typen vanaf nu naast elkaar aangeboden. Een bijzonder verstandig besluit, zo zou de komende jaren blijken, want de 2cv laat zich niet zomaar wegjagen door deze vreemde eend in de bijt. De Dyane staat op een verbeterd onderstel van de 2cv 18pk. De bekende 425cc motor levert nu 21pk.
1968
Slechts een jaar na de introductie van de Dyane is het al tijd voor nieuwe motoren. Er komt nu een Dyane 4, met 435cc en 26 pk, en een Dyane 6, met 602cc en 33pk. De Dyane 6 wordt daarmee een aanzienlijk snellere auto dan de 2cv, wat hem in Nederland de bijnaam “race-eend” zou opleveren. Toch is het uiterlijk van de Dyane zeker niet agressief; eerder vriendelijk en vrouwelijk. De meerdere Dyanes en Acadianes die wij zelf door de jaren heen gereden hebben werden dan ook altijd steevast met “zij” aangesproken.
1970
De verkoop van de Dyane loopt inmiddels aardig goed, maar het idee dat dit de opvolger van de 2cv kon worden begint Citroën langzaam los te laten. Wat precies de verklaring is weten de dealers zelf ook niet zo goed, maar sinds de lancering van de Dyane zit ook de verkoop van de 2cv weer in de lift. 1 plus 1 is 3. Mooier kan Citroën het zich niet wensen voor de oude broer en jonge zus. In dit modeljaar verdwijnt de Dyane 4 uit het verkoopgamma en wordt de Dyane 6 met 35pk nog ietsje sterker qua motorisering. Vanaf nu is de Dyane alleen nog maar als 6-ruiter te krijgen. Voor de verkeersveiligheid een stuk beter, ivm de dode hoek, maar het stilistische ontwerp van de Dyane kwam beter tot zijn recht als 4-ruiter. De plaatsing van de achterste zijruiten lijkt niet erg in harmonie met de rest van het lijnenspel.
1978
Pas elf jaar na de introductie van de Dyane Berline is het tijd voor een bestel/cammionette versie: de Acadiane, fonetisch voor de AK-versie van de Dyane. De Acadiane heeft meer binnenruimte en een hoger draagvermogen dan besteleend AK400. De wielbasis is 13,5 cm langer. Wat de Dyane niet gelukt is voor de gewone eend lukte de Acadiane wel voor de besteleend. Een jaar na de introductie van de Acadiane gaat de AK400 uit productie. Zo mag de Dyane de eend toch in elk geval een klein beetje opvolgen.
1983
In 1983 loopt de laatste Dyane van de band, maar liefst zeven jaar eerder dan de 2cv die zij had moeten opvolgen. Citroën is dan inmiddels al een tijdje gefuseerd met Peugeot, en er is een nieuwe serie compacte auto’s, zoals de oersaaie LN(A) en de Visa.
1988
De Acadiane houdt de herinnering aan de Dyane nog een tijdje levend, en blijft nog tot 1988 in productie. Ook in Nederland is de Acadiane altijd goed verkocht. Eerst vooral aan bedrijven als handige, lichte besteller en later ontdekten ook studenten, kunstenaars en hobbyisten de Acadiane, vaak als goedkope, maar ruime occasion.
Heden
Qua oldtimer-waarde moet de Dyane haar meerdere erkennen in de oereend. Toch is er al jaren een kleine, maar trouwe groep liefhebbers voor de Dyane en Acadiane. De Dyane werd al een liefhebbers-auto toen de eend voor velen nog een dagelijks, goedkoop vervoermiddel van A naar B was. Inmiddels zijn broer en zus dit allebei.